Dia's en foto-afdrukken Kees van Kessel, pater MSC te Atsj en Basiem 1956-1959   II

Kees van Kessel heeft in zijn foto-albums zowel een chronologische als thematische lijn gevolgd.

De thema's waarbinnen hij zijn ca 1600 foto's groepeerde waren:

-Mensen

-Dorpen en huizen

-Dagelijkse bezigheden

-Ceremoniële evenementen en bijzondere gebruiken

-Etnografica

Hier volgt, verdeeld over twee pagina's, een bloemlezing van zijn opnames en toelichtingen binnen deze thema's 

Mensen

K77 Op weg van Amborep ingehaald door mensen van daar - pater Gerard Zegwaard

K123 Moeder en kind te Atsj - 1956

K159 Dorp Kobo. Een van de grote opperhoofden Atabam met neusversiering leunend op een trom. De vrouw houdt een sagoklopper vast, de jongen een pop

K155 Mijn kok (Asmatter) met zijn vrouw: Gabriël Eweripic en Walburga

K196 Samen hebben ze 27 koppen gesneld. De tweede van rechts heeft haarverlengsels, de derde een pruik

K194  Pausa te Atsj

K197 Ojipitsj, krijgsoverste van Atsj

K271 Soorten haardracht Asmat knapen

K199 Drie generaties (de naast de foto-afdruk vermelde namen zijn helaas onleesbaar -KS)

K89 Ewok de baas van Ajam

K153 Opschik. Met kalk of sagomeel wordt het gezicht opgesierd.

K269/BD-216-072 Ojoeonam met zijn pasgeboren albino dochtertje op schoot. 

Diapositief BD-216-060

Diapositief BD-216-074

BD-216-077

Diapositief BD-216-062

K1027/BD-216-075 In het haar heeft de man witte pitjes gehecht (coix zaden of Job's tranen) en achterop hangen kwasten van geknoopte sagobladvezels. De enorme neus-schelp completeert zijn krijgshaftige kop.

Diapositief BD-216-061 K1304 Hoe mooi zelfs de vrouwen opgesierd zijn tijdens het Firao-feest (1288 e.v.). Ze wilde juist  het clanhuis binnengaan en heeft het pakketje sagowormen in haar hand. 

Diapositief BD-216-069 Wèk

Serie KV-1520 Begin bisj-feest - Twee versierde kerels

KI-331/BD-216-135 Twee staande kerels - Jow, Boenmar feest

diapositief BD-216-056-K1524 Man met neusschelp wachtend in de prauw (bisjceremonie)

K294/BD-216-047 Familie Casuarinenkust 

20235 K622 Mensen van Aorket

BD-216-141 inwijding jö

K513/BD-216-050 Vrouw met collier van Casuaris-nagels (Kasuaris)

Diapositief BD-216-065

Diapositief BD-216-076

Diapositief BD-216-068 Littekenscarificatie hoefijzervorm

20223 Serie KV-1521 'De goede moordenaar'

Diapositief BD-216-084/K228 Vader, moeder en kindje, dat 'Pastoortje' heet (Atakam)

K256/BD-216-051 Interieur van een Asmat-woning (Atakam)

K263/BD-216-302 Plaatjes-kijkende kinderen op pendoppo van huis te Atsj.

BD-216-163

K567/BD-216-289 Dokter Willem Visser woont een maskerfeest bij

20220 Serie KII-565 De maskers zijn klaar en nu worden eerst grote hoeveelheden eten aangesleept - hoofdzakelijk bollen sago en klappers

20220 Serie KII-566 tm 571 Voedsel wordt tussen de benen van de gasten gedeponeerd - de jipae-maskers in de jeu - ook het boenmar-masker is er weer bij

K245/BD-216-290 De doktersvrouw en de kleine (Jacqueline) die niet veel terug heeft van ... een schedel aan een touwtje

BD-216-275 Sten Bergman* in gesprek met een Asmat echtpaar in de pastorie te Atsj.

 

*Zie op youtube 'mijn vader de kannibaal' over de reizen van de Zweedse ornitholoog Sten Bergman in de Asmat (KS)

K547/BD-216-278 Mevrouw Bergman met haar zilverwitte haar wordt bewonderd door de meisjes. 

-521-550 Reportage van het bezoek van de dokter en Sten Bergman aan nog zelden bezochte mensen, die nog erg schuw zijn. De dokter was vergezeld van zijn vrouw en dochtertje, een attractie voor de bevolking.

-521. Vrouwen met baby's kijken hun ogen uit.

-522. Voor een blanke vrouw leggen ze hun bangheid spoedig af.

-523. De mensen worden door de dokter een beetje bijeen gedirigeerd.

-524. Ook Sten Bergman maakt 'contact'.

-525. De woningen van deze mensen, soms hoog in de bomen.

-526. Een huis in de toppen van een groepje bomen. Links de ladder.

 

Zie ook anti-framboesia campagne

Kees van Kessel op tocht. Heerlijk om dagen lang in zo'n prauw te zitten. Onder: Pater van Kessel draagt mis op voor de Papoea-gemeenschap alsmede de leden van het Franse filmteam

Erfgoedcentrum Sint Agatha AR-027 20171

Dorpen en huizen

K73 Dorpsaanzicht bij het binnenvaren van Jepem

K84 Vrijgezellenhuis te Amborep

K145 Dorpsgezicht te Atsj - 1956

K152 Dorpsgezicht Atsj - huis aan de rivier 1956

K147/BD-216-194 Gezicht op de rivieroever met de jongelinghuizen te Atsj

Atsj. Rechts de pastorie.

K339/BD-216-029 Bouwvallig en begroeid Awyu-huis (Ajip-rivier)

Diapositief BD-216-009 

20220 Serie KII-477 Deel van het dorp Warkai waar men nog hoge huizen bouwt

K483 Aankomst in Otsjanep - De jeugd springt te water 

BD-216-160

K484/BD-216-106 Deel van Otsjanep met groep jongens.

K860 Het dorp Pirimapoen aan Zee (Casuarinenkust). Let op de bergen aangespoeld drijfhout.

Idem

K863/BD-216-234 In het dorp Tarew. Vrouwen en kinderen komen naar me toe om sago of vis te ruilen voor tabak.

K865/BD-216-248 Dorp Tarew.

K263/BD-216-156 Amberep (Amborep) met 'soos' op de achtergrond en speelprauwtje met zinkende jongen; pa ziet toe (Tsjitaotsj).

BD-216-109

K880 Arare. De grote beer moet ook even poseren

K902 Arare (Awyu). Geen oorlog maar feest

Dagelijkse bezigheden

Knopen en vlechten

K192 Tas vlechten - 'ajurmbi'

K448/BD-216-174 Pinim repareert zijn 'fer' een gordijnvormige visfuik. Hij heeft een versierd boombeer-vel op het hoofd.

Diapositief BD-216-231 

K510/BD-216-120 Het brugdek wordt aangebracht. Het bestaat uit niboengs (gespleten palmstammen). Uit de serie 'Het maken van een brug' K497-510. Het werk was in één dag klaar. Typerend is het tijdens het werk opkomende water waardoor het lijkt alsof de foto's niet op dezelfde plaats gemaakt zijn. Het materiaal was van tevoren verzameld. De brug was ruim 30 meter lang.

209: Het verzorgen van de atap is voornamelijk vrouwenwerk, en met honderden 210. worden de bengkawans atap* bij mijn huis gebracht 211. en netjes naast het huis opgestapeld.

 

*Bengkawan fungeert als ruggengraat of frame voor het dak van nipah- of rumbiabladeren. De bladeren worden gevouwen en aan de bengkawan vastgemaakt om een sterk en duurzaam dak te vormen. (KS)

 Diapositief BD-216-007 Atap 

K395 De atap gaat erop - in twee uur tijd

K638/BD-216-010 De ene na de andere bengkawan gaat omhoog.

De zorg voor de prauwen

K379/BD-216-192. K374: Het kappen van een prauw. Met in de grond gestoken sagobladeren beschermt men zich tegen zonnehitte. K375: De boom is slechts gedeeltelijk ontschorst. Op de ontschorste plaatsen trekt hij recht.

BD-216-183 De onderkant laat men door vuur dichtschroeien dan is de bodem straks beter waterdicht

K185 Het witten van een prauw tegen paalworm - In de prauw hoopjes kalk en een beitel

K466/BD-216-191 De prauw is al gekalkt, maar hier worden de okerstrepen aangebracht zodat het geheel lijkt op een 'waterzebra'.

Visvangst

Diapositief BD-216-037 Vrouwen bereiden zich voor op de visvangst

K1287/BD-216-172 Mijn boy Gabriël heeft met zijn blote handen een hamerhaai uit de zee gevangen, nadat deze slechts enigszins verdoofd was door 2 speersteken. Hij 'omhelsde' het beest met beide armen, zodat het niet weg kon zwemmen, en werd aldus met beest en al in de boot gehesen. Het dier was bijna 2 m. lang. Fantastische durf legt men soms aan de dag om een lekkere hap te bemachtigen.

K858/BD-216-040 Het verwijderen van blaadjes en vuil uit de zak met heel kleine garnaaltjes. Het visnet met grote mazen eindigt in een zak (fuik) en wordt gewoon buiten de prauw onder water gehouden zodat door de stroom de zak zich vanzelf vult met talloze garnaaltjes in een half uur tijds.

Voedselbereiding

Kees van Kessel 1286/BD-216-241 Een vrouw roostert pakjes (blad) gevuld met garnaaltjes

Diapositief BD-216-214 Vrouwen bezig met sago kloppen

Diapositief BD-216-216

Diapositief BD-216-215

ad 1133. Volgt een serie opnamen van de sago-bereiding, de "brood-bakkerij van de Papoea". Deze opnamen hebben de fotograaf drie dagen van stank, modder en water gekost. Het procedé van het leeg slaan van de boom en het uitspoelen van het pulp is bij alle stammen praktisch hetzelfde, al-leen materiaal en vorm van de klopper kan verschillen. De werkzaamheden beginnen eigenlijk bij no. 1146.
1133. Het binnenste van de sago-stam bestaat uit taaie vezels, die tot pulp geslagen worden. 1134. Hier kijken we tegen de top van de boom, waarvan het hart reeds uitgehakt is, en rauw of gepoft gegeten wordt. Het "hart" is de groeipunt, palmiet geheten.
1135. Een van de bladscheden van de sago boom wordt gebruikt als spoelbak, in schuine stand, waarvoor er een stuk bladsteel als poot onder staat. De in de bak beklemde zeef is een zakje, van fijne rotan gevlochten. Op de punt van de bak hangt een schelp waarmee steeds het spoelwater bijgevoegd wordt. Water is altijd volop ter plaatse aanwezig.
1136. Ze kneedt en wringt het pulp. Het meelwater loopt in de bak langs een pluk vezels om eventuele grove stukjes tegen te houden. Ook mannen en jongens helpen kloppen.
1137. Ook we bezink-bak bestaat uit bladscheden van de sago-palm. Soms een "tweeling-set" (zoals op deze foto) dwz. één bezink-bak tussen twee spoel-stellages. De achterste persoon stort juist weer een tas pulp leeg in het brede aanhechtstuk van zo'n schede, zoals het op de voorgrond duidelijk te zien is. De bezink-bak staat al aardig vol water, maar deze mag gerust overlopen, want het meel bezinkt onmiddellijk. De rommel te midden waarvan altijd gewerkt wordt in zo'n sago-moeras is onbeschrijfelijk.
1138. Links boven de sago-klopper. De kop zit taps in de steel; het slageinde is enigszins hol en gekarteld. Deze kop bestaat uit ijzerhout, elders (b.v. Asmat gebruikt men meestal een bamboe-geleding. Links onder: reeds geklopt merg. Rechts de taaie vezelmassa.
1139. Kloppende vrouwen. De boom ligt zodanig opengeklapt, dat men het pulp tegen het "deksel" aan slaat, dus de lappen bast, waarvan een stuk ook links op de voorgoed ligt.
1140. Met handenvol wordt het kostbare merg in de spoelbak gegooid, of wanneer de bak iets te ver weg staat, eerst in een tas vergaard.
1141. Naast de spoelbak hoopt het uitgewrongen merg zich op.
1142. Pas op voor de sagodoorns van omstaande bomen! Wringende handen, en de schelp om water te scheppen.
1143. Meestal gaan er een stel bomen tegelijk om, zodat het overal een grote bedrijvigheid is.
1144. Hier ligt het "brood". Het water is al uit de bezink-bak verwijderd, en het witte of roze meel ligt hier open, reeds zodanig geklopt, dat men het in stukken eruit kan halen.
1145. Deze bollen sago worden dan even in een fel vuur (van droge bladeren) gedroogd. :de aldus ontstane "schil" wordt er meteen afgehaald en opgegeten, en de bollen worden verpakt in bladeren of zonder meer in een tas gedeponeerd, en naar het dorp gebracht
ad 1145. Dit is het begin van de werkzaamheden, nadat men de boon gekapt heeft en onderzocht heeft of er goed meel in zit. Zie1150.
1147. Met behulp van sterke graaf-stokken wordt de taaie bast open
1146. De boom wordt van alle vuil en doorns ontdaan.1148. Idem. De boom bestaat geheel uit vezels. De buitenste vormen de bast, de binnenste omsluiten het sagomeel..
1150. De boom ligt nu van de bast ontdaan. Alvorens een gevelde boom te ontbolsteren, maakt men in het midden voorzichtig een gat en een graafstok wordt tot in het merg gewrikt. Blijkt er mooi meel aan de punt te zitten, dan is de boom "goed". Na van de bast ontdaan te zijn, dekt men het gemaakte "putje" af met een stuk bast, hetgeen op de foto te zien is.
1151. Nu kunnen de kloppers hun gang gaan.
1153. Hier is duidelijk te zien hoe het zeef-zakje in de spoel bak bevestigd wordt: een paar dubbel gebogen stukken bladsteel, dichtgeknepen met een touwtje, vormen de klemmen, touw is uiteraard een stuk liaan.
1154. Terwijl de vrouwen kloppen halen de kerels de toppen uit de omgekapte bomen, en hakken ook de minder meelhoudende bomen om, waarvan het zoete sago-merg zonder meer rauw uitgekauwd wordt. Op de foto haalt de man juist de palmiet-steel eruit.
1156. De schuin aflopende spoelbak op een poot. Schelp erbij. Men ziet hoe water bij de hand is, al is het volgens ons bepaald niet "fris", want de voeten verdwijnen erin....
1157. ... zoals ook op deze foto duidelijk gedemonstreerd wordt. Hier is meteen de hele sago-fabriek bij elkaar: schuine spoel-bak, horizontale bezink-bak, de schelp, het wringen, de pulphoop, en ... de voeten in het water, plus nog de grote rotzooi eromheen!
1159. Het merg wordt twee keer gespoeld, maar niet tot de laatste druppel droog gewrongen. . .Men is nogal royaal met het weggooien van meelhoudend merg, omdat men overvloed heeft aan sago in deze contreien, en men zich dus die weelde kan veroorloven. Soms komen "loslopende" jongens later om het weggegooide pulp nog eens een keer te bewerken om hun honger te stillen, en krijgen dan nog genoeg meel eruit. - Nadat eerst de grovere vezels eruit gespoeld zijn wordt, het restant nog eens nagespoeld In het zeef-zakje (zoals op deze foto). Men ziet het water weglopen vla een pluk vezels, en (rechts) het meelwater in de bezink-bak.
1164. Ook de mannen helpen normaal mee, zeker met het kloppen van het merg. Op de foto is de boom bijna leeg, ook te merken aan het overal opgehoopte uitgewassen merg rondom de stellage.
1163. Sago-kloppen is behoorlijk zwaar werk. Hoewel men meestal in de schaduw staat van de omringende palmen, staat het zweet op hun rug. Men werkt ook om beurten en rust nu en dan in een bivakje.
1165. hier loopt een meisje met (bovengenoemd) rauw merg van een Minder goed "dragende" boom. Het wordt in grote brokken uitgehakt, meteen verdeeld en dan uitgekauwd. - De achtergrond op de foto geeft weer een goed beeld van de ondoordringbare sagomoerassen men moet zich altijd een weg kappen.

 

NB De afbeeldingen hierboven zijn de enige overgebleven diapositieven van Kees van Kessel met betrekking tot deze reportage welke nog goed gedigitaliseerd konden worden. De afdrukken in zijn foto-albums waar bovenstaande beschrijvingen bij behoren zijn dat helaas niet. 

K285/BD-216-232 Het opruimen van obstakels in een kleine kali (Arowotsj).

BD-216-233